Verwarm de oven voor op 200 °C. Schil de zoete aardappelen en snijd in blokjes van 1 cm. Rol het bladerdeeg uit op een met bakpapier beklede bakplaat en vouw de randen 1 cm naar binnen. Prik met een vork gaatjes in het deeg. Bak 10 minuten in de oven.
Kook ondertussen de blokjes zoete aardappel 10 minuten in water met zout. Verhit de olijfolie in een koekenpan en bak de soepballetjes in 3 minuten rondom bruin. Ze hoeven nog niet gaar te zijn.
Snijd de paprika’s in ringen. Meng de tapenade door de crème fraîche.
Giet de aardappelen af. Neem de taartbodem uit de oven. Verdeel achtereenvolgens het crème fraîchemengsel, aardappelblokjes, paprika en gehakballetjes over de taartbodem.
Bak in 15 - 20 minuten goudbruin en gaar in de oven. Garneer met de basilicum.